Waar dient deze paragraaf inzicht in te geven?
Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing laten we zien hoe het weerstandsvermogen is samengesteld en hoe het tot stand komt. Het geeft antwoord op de vraag: hoe goed kan de gemeente tegen een stootje?
Belangrijkste conclusies uit deze paragraaf
De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen – geactualiseerde beleidsnota 2015.
Weerstandsvermogen
Ratio weerstandsvermogen = €19.114.000 / €18.690.000 = 1,02
De totale omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit (teller) is €19,1 miljoen. Dit is ca. €0,4 miljoen hoger dan in de voorjaarsnota 2016. Het gevolg van enkele mutaties in de algemene reserves (weerstandsvermogen) en de stelpost autonome ontwikkelingen.
De totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit (noemer) is €18,7 miljoen. Dit is €0,5 miljoen hoger dan in de voorjaarsnota 2016. Dit komt o.a. door een gestegen risico in de grondexploitaties en een geringere daling van het risico in het Sociaal domein.
Relevante aspecten
- 46 risico’s komen in aanmerking voor het aanhouden van weerstandsvermogen.
- 14 van deze risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
- Er zijn geen risico’s (negatief gevolg) waarop gerelateerde kansen (positief gevolg) in mindering zijn gebracht.
Belangrijke conclusies
De uitkomst van de ratio weerstandsvermogen is 1,02. De gemeente beschikt over voldoende weerstandsvermogen om de belangrijkste financiële risico’s op te vangen.
De ratio weerstandsvermogen, de onzekerheid over economische ontwikkelingen en de gevolgen van rijksbeleid maken het noodzakelijk om de financiële risico’s continue en nauwlettend te volgen.
Weerstandsvermogen
Hoe goed kan de gemeente tegen een stootje?
Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
Deventer maakt onderscheid tussen specifiek weerstandsvermogen en algemeen weerstandsvermogen. Het specifieke weerstandsvermogen is gebaseerd op de specifiek gekwantificeerde risico’s. Bekende voorbeelden zijn de risico’s met betrekking tot de grondexploitatie en bijstandsuitkeringen. Daarnaast loopt Deventer risico’s als gevolg van economische vooruitzichten en bestuurlijke besluitvorming. Voorbeelden daarvan zijn de algemene uitkering (gemeentefonds), verkoop van gronden en panden, de verbonden partijen, de garantstellingen en de nog te implementeren lopende bezuinigingen en faseringsverschillen.
Om te bepalen of Deventer beschikt over voldoende weerstandsvermogen wordt drie keer per jaar de ratio weerstandsvermogen bepaald.
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Voor Deventer zijn dit de algemene reserves en de onbenutte (flexibele) begrotingsruimte.
Algemene reserves
(bedragen x €1)
Reserves | Totaal beschikbaar |
---|---|
Algemene reserve | 18.618.000 |
Totaal | 18.618.000 |
(bedragen x €1)
Samenstelling algemene reserves | Beschikbaar |
---|---|
Saldireserve | 3.293.000 |
Algemene reserve | 837.000 |
Egalisatiereserve rente | 6.387.000 |
Reserve grondexploitatie | 218.000 |
Reserve uitkeringen | 2.993.000 |
Reserve Sociaal Domein (3D's) | 4.890.000 |
Ten opzichte van de vorige weerstandsparagraaf (voorjaarsnota 2016) is het saldo van de reserves met circa €161.000 gestegen. Dit is ontstaan door geringe mutaties in de algemene reserve, de saldireserve en de algemene reserve grondexploitatie.
De onbenutte (flexibele) begrotingsruimte bestaat in Deventer uit de posten onvoorzien, de stelpost autonome ontwikkelingen, de onbenutte investeringscapaciteit, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves. De post onvoorzien (€249.000) en de stelpost autonome ontwikkelingen (€351.000) leveren op dit moment een bijdrage (totaal €496.000) aan de beschikbare weerstandscapaciteit.
Element | Onderdeel | Waarde (bedragen x €1.000) |
---|---|---|
Algemene reserve | Algemene reserve | 18.618 |
Onbenutte begrotingsruimte | Post onvoorzien | 247 |
Stelpost structurele autonome ontwikkelingen | 249 | |
Onbenutte investeringscapaciteit | - | |
Onbenutte belastingcapaciteit | - | |
Stille reserves | Nader te bepalen | p.m. |
Saldo | Weerstandscapaciteit 2016 | 19.114 |
De omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit is met €0,4 miljoen gestegen. Naast de geringe mutaties in de reserves is de stelpost autonome ontwikkelingen opnieuw beschikbaar.
De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit de risico’s die gemeente Deventer loopt inclusief een extra minimumnorm* die Deventer berekent.
Deventer gebruikt een risicodatabase. Daarin worden de risico’s geregistreerd. In deze paragraaf wordt alleen uitgegaan van de risico’s met een financieel gevolg waarvoor weerstandsvermogen (een financiële buffer) wordt aangehouden. De belangrijkste financiële risico’s zijn in beeld.
*Zie onder samenvatting benodigde weerstandscapaciteit.
Analyse van het risicoprofiel
Er zijn 46 financiële risico’s die in aanmerking komen voor het reserveren van weerstandsvermogen. Veertien risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
De risico’s met een score ≥ 9 zijn in de tabel hieronder opgenomen.
Risico's | Kans in % | Gevolg in € | Positie | Score | Prognose |
---|---|---|---|---|---|
Park Zandweerd | |||||
Lasten: kans op tekort Park Zandweerd | 50 | 1.300.000 | 3-3 | 9 | 6 |
1.300.000 | |||||
Steenbrugge | |||||
Lasten: kans op afname financieel resultaat Steenbrugge | 50 | 4.480.000 | 3-5 | 15 | 6 |
4.480.000 | |||||
Eikendal | |||||
Lasten: kans op lagere opbrengst grond Eikendal | 50 | 700.000 | 3-3 | 9 | 6 |
700.000 | |||||
Spijkvoorderenk (Spijkvoorderhout) | |||||
Lasten: kans op vertraagde uitgifte grond Spijkvoorderenk (Vijfde Hoek) | 50 | 500.000 | 3-3 | 9 | 6 |
Lasten: kans op geen realisatie Spijkvoorderenk - andere eigenaren | 50 | 1.000.000 | 3-3 | 9 | 6 |
1.500.000 | |||||
Sluiskwartier | |||||
Lasten: kans op beperkte ontwikkelingsmogelijkheden complex Sluiskwartier | 50 | 800.000 | 3-3 | 9 | 6 |
800.000 | |||||
Participatiewet | |||||
Lasten: kans op hogere uitkeringslasten Participatiewet dan het BUIG budget dat Deventer ontvangt | 75 | 3.800.000 | 4-5 | 20 | 7 |
3.800.000 | |||||
Sociaal Domein (3D's) | |||||
Lasten: kans op onvoldoende dekkingsmiddelen door nadelige vereffeningsafspraken Jeugd | 70 | 1.500.000 | 4-4 | 16 | 8 |
1.500.000 | |||||
Bergweide / Havenkwartier | |||||
Lasten: kans dat de ontwikkeling deelgebied Stoer wonen stagneert of niet doorgaat | 50 | 1.000.000 | 3-3 | 9 | 6 |
Lasten: kans op negatief financieel effect - Kop havenkwartier | 50 | 750.000 | 3-3 | 9 | 6 |
1.750.000 | |||||
Westfalenstraat | |||||
Lasten: kans dat de uitgifteprijs grond Westfalenstraat niet haalbaar is | 50 | 500.000 | 3-3 | 9 | 6 |
500.000 | |||||
Poort van Deventer | |||||
Lasten: kans op negatief financieel effect niet doorgaan DOIC - Poort van Deventer | 50 | 2.500.000 | 3-4 | 12 | 6 |
2.500.000 |
Circa €1,2 miljoen daling risico-inventarisatie
De bruto omvang (dat wil zeggen het maximale financiële gevolg) van de risico-inventarisatie is met €1,2 miljoen gedaald ten opzichte van de voorjaarsnota 2016. Dit is veroorzaakt door een stijging van €1,6 miljoen in het totale risico van de grondexploitatie (o.a. De Scheg, Bergweide/Havenkwartier en Bedrijvenpark A1). Het risico in het Sociaal domein (3D’s) is met €800.000 gedaald. Verder hebben er aanpassingen in de kans van optreden voorgedaan met een gering effect op de uitkomst van de simulatie.
Op basis van de complete risico-inventarisatie (dus inclusief de risico’s met een risicoscore < 9) is de bruto benodigde weerstandscapaciteit circa € 36 miljoen. Na het corrigeren van deze risico’s met een zekerheidsfactor (toepassen simulatiemodel) ontstaat een reële omvang van de benodigde weerstandscapaciteit die wordt gerelateerd aan de beschikbare weerstandscapaciteit.
Minimumnorm
Er zijn ook risico’s waar moeilijk rekening mee valt te houden, bijvoorbeeld de herijking van het gemeentefonds of rijksbezuinigingen. Voor deze niet gekwantificeerde risico’s en tegenvallers houdt Deventer een extra buffer aan (de zogenaamde minimumnorm). Voor 2017 is de minimumnorm als volgt bepaald;
(bedragen x €1)
Bedragen begroting 2017 | Geraamd bedrag | Minimumnorm 2% |
---|---|---|
Algemene uitkeringen (gemeentefonds)* | 87 miljoen | 1,7 miljoen |
Verwachte OZB capaciteit 2016** | 23 miljoen | 0,5 miljoen |
Totaal | 109 miljoen | 2,2 miljoen |
*) exclusief integratie- en decentralisatie uitkeringen en inclusief inkomstenmaatstaven OZB
**) Verordening OZB RZB 2016 (nr. 2015-002250)
De kans dat alle geïnventariseerde risico’s zich voordoen is klein en de kans dat ze tegelijk optreden is miniem. Voor het bepalen van de impact wordt de uitkomst van de risico’s gecorrigeerd. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de Monte Carlo simulatie methode.
Deze methode geeft het volgende resultaat:
Bij een zekerheid van 90% is minimaal €16,49 miljoen weerstandsvermogen nodig om de potentiële risico’s af te dekken. De uitkomst van de simulatie is €0,5 miljoen hoger dan in de voorjaarsnota 2016. Zoals hierboven aangegeven is dit voornamelijk veroorzaakt door een hoger risico grondexploitatie. Daarnaast is het risico Sociaal domein gedaald.
Ratio weerstandsvermogen
De beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich voordoen. Deze verhouding wordt bepaald door de ratio weerstandsvermogen:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
De gemeente beschikt over voldoende weerstandsvermogen² als de uitkomst van deze ratio minimaal 1 is.
Beschikbare weerstandscapaciteit:
€18.618.000 + €247.000 + €249.000 = €19.114.000
Benodigde weerstandscapaciteit:
€16.490.000 + €2.200.000 = €18.690.000
Deze twee uitkomsten geven het volgende resultaat:
Ratio weerstandsvermogen = €19.114.000 : €18.690.000 = 1,02
De beschikbare weerstandscapaciteit is hoger dan de benodigde weerstandscapaciteit. De ratio komt daarmee op1,02. Dit betekent dat er voldoende weerstandsvermogen is om de gevolgen van het optreden van risico’s financieel op te vangen.
Algemene risicogebieden
Naast de ingeschatte risico’s heeft Deventer ook te maken met algemene onzekerheden.
Onder andere:
- Algemene uitkering (onzekerheid verdeelsystematiek en wijzigende accressen);
- BTW/BCF (ontwikkelingen en plafond BCF);
- Leegstand onroerende panden in eigendom;
- Restauratie monumentale panden;
- Financieringsrisico’s (rente- en kredietrisico’s);
- Garantstellingen (kans op aflossen krediet vanwege insolventie kredietnemer);
- Subsidies (kans op terugvordering door niet voldoen aan de subsidievoorwaarden).
Op basis van wat we nu weten, kunnen deze onzekerheden (risico’s) niet worden gekwantificeerd. Voor het opvangen hiervan zijn algemene weerstandsbudgetten (o.a. deel van de egalisatiereserve rente en de reserve eenmalige problematiek) beschikbaar, oplopend tot een bedrag van eenmalig €5,8 miljoen in 2019. Het totaal van deze bedragen vormt samen met de beschikbare weerstandscapaciteit het totale weerstandsvermogen.
Conclusie
De ratio weerstandsvermogen is 1,02. Dit betekent dat de gemeente op dit moment over voldoende weerstandscapaciteit beschikt om de belangrijkste financiële tegenvallers als gevolg van risico’s op te vangen.
Ten opzichte van de voorjaarsnota 2016 (ratio 1,03) is de uitkomst van de ratio een fractie lager. Er hebben mutaties in de samenstelling van de beschikbare- en benodigde weerstandscapaciteit plaatsgevonden. Deze hebben per saldo een gering effect op de uitkomst van de ratio.
Er hebben mutaties in de samenstelling van de beschikbare- en benodigde weerstandscapaciteit plaatsgevonden maar deze hebben per saldo een gelijke uitkomst van de ratio.
Ondanks signalen dat het economisch herstel doorzet en positieve ontwikkelingen vanuit het rijksbeleid, is het noodzakelijk de financiële risico’s en het weerstandsvermogen continu en nauwlettend te blijven volgen.
De gemeente beoordeelt continu de omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit (reserves) in relatie tot de benodigde weerstandscapaciteit (risico’s). Waar mogelijk worden extra beheersmaatregelen genomen om eventueel de beschikbare weerstandscapaciteit verder te versterken of de omvang van financiële risico’s te reduceren. In de jaarrekening 2016 wordt de ratio weerstandsvermogen opnieuw bepaald.