Lokale heffingen

Waarin dient deze paragraaf inzicht te geven?

De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in het beleid ten aanzien van de lokale heffingen (inclusief kwijtscheldingsbeleid), de lokale lastendruk en de geraamde inkomsten van de diverse heffingen. Daarnaast geeft de paragraaf inzicht in de kostendekkendheid van de heffingen en de producten die samenhangen met de heffingen.

In deze paragraaf is een overzicht van baten en lasten voor de heffingen opgenomen waarbij er sprake is van het verhalen van kosten. Voor de diverse heffingen die hoogstens kostendekkend mogen zijn moet inzichtelijk worden gemaakt dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet worden overschreden.

Wijzigingen met ingang van 2017

Met ingang van 2017 zijn onderstaande zaken nieuw of gewijzigd:

  • Het algemene uitgangspunt is dat voor alle tarieven een gelijke maximale toegestane stijging wordt bepaald. Dit betekent voor 2017 dat de tarieven stijgen met 1,6% ten opzichte van 2016.
  • Dit betreft een gemiddelde van prijs (+ 0,50%) en loon aanpassingen (+ 2,7%).  De loonaanpassing betreft  structurele doorwerking van de cao aanpassingen in 2016  (+1,4%) welke nog niet in de leges/tarieven waren verdisconteerd.  
  • Met  ingang van de begroting 2017 worden de kapitaallasten inzake nieuwbouw stadskantoor in de begroting opgenomen. Dit betekent ook, dat een deel van deze lasten conform eerdere besluitvorming als onderdeel van de bedrijfsvoeringskosten wordt toegerekend aan kostendekkende onderdelen.
  • Met ingang van 2017 sluiten we aan bij de nieuwe BBV regels waarbij inzichtelijk wordt gemaakt hoe de berekening van tarieven wordt bewerkstelligd.

Belangrijke conclusies uit deze paragraaf

  • De totale lastendruk voor inwoners met een eigen woning van €183.000 stijgt met 1,4% naar €682,11. Het betreft hier de OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing.
  • De lastendruk voor inwoners met een huurwoning stijgt met 0,3% (€387,42) Deze inwoners betalen alleen afvalstoffenheffing en rioolheffing.
  • De kwijtscheldingen dalen tot naar verwachting €1.308.045.
  • Het tarief voor de rioolheffing stijgt met 1,8% tot €174,48
  • Het gemiddelde tarief voor de afvalstoffenheffing daalt met 0,9% tot €212,94

Beleidsuitgangspunten

De lokale heffingen zijn onder te verdelen in twee categorieën:

  • belastingen
  • rechten.

Belastingen zijn heffingen waar geen aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat. De lokale belastingen zijn daarmee bijdragen in de algemene kosten van de gemeente en hebben een budgettaire functie. Doel ervan is om via de belastingen inkomsten te verwerven.

Rechten zijn heffingen voor het gebruik van bepaalde werken of inrichtingen van de overheid. Tegenover de heffing van de inwoners staat een tegenprestatie. Rechten zijn in feite bestemmingsheffingen.

Met betrekking tot de belastingen en rechten zijn de beleidsuitgangspunten verschillend.

Alles uitklappen
Beleidsuitgangspunten

Het algemene uitgangspunt is dat voor alle tarieven een gelijke maximale toegestane stijging wordt bepaald. Dit betekent voor 2017 dat de tarieven stijgen met 1,60% ten opzichte van 2016. Dit betreft een gemiddelde van prijs (+ 0,50%) en loon aanpassingen (+ 2,7%). De loonaanpassing betreft structurele doorwerking van de cao aanpassingen in 2016 (+1,4%) welke nog niet in de leges/tarieven waren verdisconteerd en die in 2017 (+ 1,3%).


Beleidsuitgangspunt gemeentelijke belastingen

Bij de belastingen staat de budgettaire functie voorop. De trendmatige stijging van de OZB-/RZB-tarieven is voor het jaar 2017 en de daarop volgende jaren tot en met 2020 bepaald op jaarlijks 3%.

De raad moet de definitieve tarieven voor de onroerendezaakbelasting uiterlijk in december vaststellen. Op dat moment zijn de gevolgen van de hertaxatie duidelijk en bepalen we de tarieven. Uitgangspunt is dat de gemiddelde waardeschommelingen worden geneutraliseerd in de tarieven (exclusief groei van het bestand).


Beleidsuitgangspunt rechten

Door het karakter van de rechten als bestemmingsheffing is er een duidelijke relatie tussen de opbrengst van de rechten en de kosten van de door de gemeente te leveren tegenprestatie. Beleidsuitgangspunt is om die reden de kostendekkendheid van de betrokken tegenprestatie c.q. het overheidsproduct. De kostendekkendheid bepaalt in principe het in rekening te brengen tarief. Binnen strikte regels mag binnen de leges de meeropbrengst van de ene heffing worden gebruikt voor de dekking van andere kosten. Voorwaarden zijn dat we rekening houden met aspecten zoals het verbod op willekeur, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, de gevolgen van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Europese Dienstenrichtlijn. Dit is niet toegestaan als het gaat om de afvalstoffenheffing of de rioolheffing.

Het beleid is dat tarieven zoveel mogelijk kostendekkend zijn. In een aantal gevallen is dat structureel niet mogelijk. De infrastructurele kosten van bruggen en kades zijn bijvoorbeeld zo hoog dat het niet haalbaar is de kosten in zijn geheel te verhalen op de gebruikers van de haven.

Ook voor de begraafplaatsen geldt dat de inkomsten de kosten niet geheel dekken. Voor overige leges geldt dat deze niet kostendekkendheid zijn. Weliswaar zijn er onderlinge verschillen in kostendekkendheid tussen de verschillende producten uit de legesverordening, maar bezien over de hele legesverordening is sprake van mindere opbrengsten dan kosten.


Beleidsuitgangspunt toerekening van overhead

De overheadkosten worden binnen de gemeente Deventer toegerekend naar rato van de begrote directe apparaatskosten. Dit zijn alle teamkosten (loonsom, opleiding en diverse personeelskosten) in relatie tot de overheadkosten. Dit leidt voor 2017 tot een overheadpercentage van 87,80%. De overheadkosten bestaan uit personele kosten van de teams die zich bezighouden met bedrijfsvoering en ondersteuning van bestuur en de materiële overheadkosten (zoals huisvesting en ICT).

(bedragen x €1.000)

2017

2018

2019

2020

2021

Personeel en organisatie

2.498

2.498

2.498

2.498

2.498

Informatie en automatisering

6.097

6.168

6.173

6.194

6.194

Financiën

3.971

3.971

3.971

3.971

3.971

Facilitaire zaken

7.927

7.930

7.934

7.937

7.937

Communicatie

875

900

925

925

925

Management en ondersteuning

4.849

4.849

4.849

4.849

4.849

Bestuursondersteuning

839

839

839

839

839

Juridische zaken

898

898

898

898

898

Overheadkosten

27.965

28.055

28.087

28.112

28.112

Diverse apparaatskosten

31.840

31.571

31.491

31.516

31.516

Overheadpercentage

87,80%

88,86%

89,19%

89,20%

89,20%

In bovenstaande bedragen en percentages is nog geen rekening gehouden met de invulling van de taakstelling Bedrijfsvoering.


Kwijtscheldingsbeleid

Het kwijtscheldingsbeleid is vastgelegd in de Leidraad invordering. De hierin gestelde criteria zijn afgeleid van de regelgeving van het Rijk. Kwijtschelding is o.a. mogelijk voor hondenbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing.

Naar verwachting wordt in 2017 voor € 1.308.045 aan belastinggelden kwijtgescholden. Het gaat hierbij met name om afvalstoffen- en rioolheffing.

(bedragen x €1)

Belasting/heffing

Kwijtschelding in 2017

Hondenbelasting

9.045

Afvalstoffenheffing

675.000

Rioolheffing

624.000


Woonlasten 2017

De tariefaanpassingen 2017 leiden voor wat betreft de belangrijkste tarieven tot het volgende beeld (uitgegaan is van een WOZ-waarde van €183.000. (Bron Waarderingskamer).

(bedragen x €1)

Woonlasten 2017

Bedrag 2016

%

Bedrag 2017

Afvalstoffenheffing¹

214.90

-0,9%

²212,94

Rioolheffing

171,36

1,8%

174,48

Woonlasten gebruiker (sub-totaal)

386,26

0,3%

387,42

OZB eigenaar³

286,11

3,0%

294,69

Woonlasten gebruiker/eigenaar (totaal)

672,37

1,4%

682,11

¹) Op basis van het gemiddeld aantal aanbiedingen 140 liter container (2016: 7 aanbiedingen. 2017: 6 aanbiedingen).

²) Dit betreft het tarief voor de ‘modelaanslag’ van het basistarief met 6 ledigingen. Per huishouden kan het tarief verschillen, afhankelijk van het aantal aanbiedingen per jaar. Na afloop van het jaar worden de daadwerkelijke ledigingen opgelegd. Hoe minder afval, hoe lager de aanslag.

³) Het totaalbedrag van de OZB is gebaseerd op een opbrengststijging van 3%. Het weergegeven OZB bedrag betreft een voorlopige
tariefstijging. Afhankelijk van de uitkomsten van de herwaardering worden de definitieve tarieven vastgesteld.


Nadere toelichting belastingen

Alles uitklappen
Onroerende- en roerende zaakbelastingen

Het college stelt elk jaar de WOZ-waarde van onroerende en roerende zaken vast. Op basis van deze jaarlijkse herwaardering gaan we de tarieven voor de onroerende- en roerende zaakbelasting voor 2017 opnieuw berekenen. Per september 2016 zijn de conceptwaarden van de herwaardering nog onvoldoende om nauwkeurige tarieven te berekenen voor het heffen van de belasting in 2017. De raad stelt de tarieven voor de onroerende- en roerende zaakbelasting 2016 uiterlijk in december vast. De opbrengsten worden geraamd op:

(bedragen x €1)

Belasting 2017

Opbrengst in 2017

OZB-opbrengst

24.043.141

RZB-opbrengst

4.500


Hondenbelasting

De tarieven stijgen ten opzichte van 2017 met 1,6%. De geraamde opbrengst 2017 bedraagt €294.000. Op basis van ervaringen schelden we hiervan jaarlijks circa €9.000 kwijt. Er is sprake van een bestand van ruim 6.200 honden.

De gemeente controleert jaarlijks steekproefsgewijs het hondenbezit. Deze controle tezamen met de publicaties van de voorgenomen controles zorgt ieder jaar weer een kleine uitbreiding van het aantal geregistreerde honden.

De hondenbelasting maakt onderdeel uit van de kwijtscheldingsregeling. De gemeente kende voor 2016 een kwijtschelding tot een minimaal te betalen bedrag van €15,36 en beperkt zich tot de eerste hond. Voor 2017 wordt dit bedrag €15,60 in verband met de deelbaarheid door 12 eenheden.

(bedragen x €1)

Belasting 2017

Opbrengst in 2017

Hondenbelasting

274.000


Parkeerbelastingen

De heffing van parkeerbelastingen bestaat uit twee onderdelen: de parkeeropbrengsten (vergunningen en betaald parkeren) en de parkeerovertredingen (foutparkeerders).

Conform het Meerjarenperspectief Parkeren (vastgesteld september 2014) indexeren wij vanaf 2015 de parkeertarieven met het gemiddelde percentage voor lonen en prijzen. Dat komt neer op een totale parkeeropbrengst voor 2017 van €4.385.000.

(bedragen x €1)

Belasting 2017

Opbrengst in 2017

Parkeerbelasting

4.385.000


Precario

Deze belastingen worden geheven voor het hebben van voorwerpen onder of boven, voor openbaar gebruik bestemde, gemeentegrond, maar ook voor de vergunning voor ingebruikname van gemeentelijke gronden. Onder de precariobelasting vallen ook de marktgelden. De gemeente Deventer heft haar gelden op basis van een marktprecario verordening. Een kostendekkendheidsberekening is hiervoor niet benodigd.

Op basis van het Raadsbesluit van 16 december 1998 (nummer 98.19993) komt een deel van de precario ten goede aan het ondernemersfonds Deventer binnenstad.

(bedragen x €1)

Belasting 2017

Opbrengst in 2017

Precario inclusief marktgelden

451.000

Waarvan marktgelden

309.000


Toeristenbelasting

Naar aanleiding van recente publicaties in de pers over explosieve groei van Airbnb (online platform voor overnachtingen bij particulieren) in de regio heeft begin september 2016 een onderzoek plaatsgevonden naar verblijfaanbieders die via dit platform overnachtingen aanbieden in de gemeente Deventer.

Een tiental nieuwe aanbieders zijn hierbij aangeschreven met uitleg over de heffing en afdracht van toeristenbelasting. Naar aanleiding van het daadwerkelijk aantal overnachtingen wordt de belasting opgelegd.

(bedragen x €1)

Belasting 2017

Opbrengst in 2017

Toeristenbelasting

126.000


Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing en valt voor de lokale heffingen onder belastingen. De afvalstoffenheffing mag maximaal kostendekkend zijn. De afvalstoffenheffing is verschuldigd voor het gebruik van een perceel waar de gemeente een inzamelplicht heeft voor de huishoudelijke afvalstoffen.

Het aantal aanbiedingen laat ook voor 2016 een forse daling zien. Ook de ingezette service op grondstoffen in 2016 werpt zijn vruchten af. De verlaging van de inzamelfrequentie op restafval en de forse verhoging van de variabele tarieven heeft een positief effect op het aantal aanbiedingen. De inwoners van Deventer zetten verder in op het recyclen van grondstoffen met behulp van de aanwezige voorzieningen.
Het milieueffect van de verder afnemende hoeveelheid restafval is niet gering en de verwachting is dat de hoeveelheid restafval ze eind 2016 onder de 100 kilo zal gaan. Waarmee wordt voldaan aan het kabinetsbeleid.

Het risico binnen de kostenstructuur wordt steeds geringer, omdat het variabele deel steeds verder terugloopt. De inwoner van Deventer kan de stijging van de variabele tarieven zien als een ontmoediging. Door het aanbieden van een onverminderd hoge service op grondstoffen in 2017 en het verder optimaliseren hiervan door onder andere pilots te gaan uitvoeren met betrekking tot GFT, zal het draagvlak voor het verhogen van de variabele tarieven voor 2017 verbeteren. Ook de eventuele realisatie van een nieuwe milieustraat zal hieraan substantieel bijdragen.

Ook in 2017 blijven de oorspronkelijke beleidsuitgangspunten van diftar onverkort van toepassing:

  • er geldt een GFT-0 tarief;
  • de tarieven zijn maximaal 100% kostendekkend;
  • er geldt een vast tarief per huishouden en een variabel tarief voor restafval, afhankelijk van het aanbiedvolume;
  • de literprijs is voor elke container gelijk. Het variabele tarief varieert rechtevenredig met het aantal beschikbare liters van de container/ondergrondse container (140, 240 of 50 liter);
  • de tariefopbouw is zodanig dat geen enkel containervolume benadeeld of bevoordeeld wordt;
  • voor een 240 liter container of een extra tweede container (ongeacht volume) geldt een toeslag van € 36,-;
  • in 2017 is incidenteel een putting nodig van € 24.725 uit de egalisatiereserve afval.

Het beleid leidt tot de volgende tarieven:

  • Het kostendekkende basistarief van €158,28.
  • Dat een huishouden gemiddeld 6 keer per jaar de restafvalcontainer aanbiedt (was in 2015 gemiddeld 9).
  • Het opnemen van de aanbiedingstarieven voor restafval in de verordening:

(bedragen x €1)

Volume-container

2015

2016

2017

240 liter

10,05

13,47

15,61

140 liter

5,86

7,85

9,11

50 liter

2,11

2,82

3,25

(bedragen x €1)

Recht 2017

Opbrengst in 2017

Afvalstoffenheffing

10.237.003

Toelichting

in €

In %

Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente

-10.288

Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen

1.427

Netto kosten taakveld

-8.861

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

-678

BTW

-1.231

Totale kosten

-10.770

100%

Opbrengst heffingen

10.237

Dekking

95%


Rioolheffing

De hoofdlijnen van de kostenontwikkeling zijn beschreven in het Gemeentelijk rioleringsplan 2015-2020 zoals dat in november 2014 door uw raad is vastgesteld. De volgende zaken werken door in de tariefstelling voor 2017:

  • Bij vaststelling van het GRP is besloten om geen middelen te reserveren voor de theoretische vervangingsgolf die over 30 tot 40 jaar op lijkt te gaan treden. Deze keuze wordt in 2019 heroverwogen.
  • Bij vaststelling van het GRP is besloten dat het tarief direct de kosten volgt.
  • De indexering op de kosten is toegepast zoals aangegeven in de begrotingsrichtlijnen.    
  • Bij behandeling van de zomermarap 2014 is besloten om de begroting zodanig te wijzigen dat bedrag voor kwijtscheldingen structureel verhoogd is van €472.000 tot €624.000. De ontwikkeling op het gebied van kwijtscheldingen lijkt redelijk stabiel te blijven in 2016. In de begroting voor 2017 wordt geen wijziging op dit bedrag doorgevoerd.
  • Bij behandeling van de zomermarap 2016 is het aangegeven dat de verhoging van de watersysteemheffing wegen van Waterschap Drents Overijsselse Delta wordt toegerekend aan het product riolering en waterhouding. Dit betekent een structurele verhoging van de lasten van €70.000.
  • Door wijziging van de wijze van toerekening van overhead (conform gewijzigde BBV regelgeving)  stijgen de kosten met €80.000.

Om het basistarief te kunnen bepalen is een aantal elementen van belang. Uitgangspunt is de kosten in de primaire begroting. Hierop dienen die elementen in mindering te worden gebracht die niet (deels) via het basistarief worden gegenereerd. Zie daarvoor de toelichting hieronder:

(bedragen x €1):

Geraamde kosten in de begroting 2017

7.268.000

Overhead

475.000

BTW kosten

476.000

Te dekken kosten

8.218.000

Ter bepaling van het bedrag dat via het basistarief dient te worden gegenereerd worden de volgende kostenelementen in mindering gebracht:

(bedragen x €1):

Nieuwe rioolaansluitingen

-199.000

Tariefdifferentiatie

-175.000

Kwijtscheldingen

-624.000

Te dekken kosten via het basistarief rioolheffing

7.220.000

Het geraamde aantal te belasten aansluitingen, gecorrigeerd voor wat betreft tarievendifferentiatie, ontheffingen en kwijtscheldingen bedraagt 41.371. Om de kosten van €7.220.000 te kunnen dekken is een basistarief van €174,52 noodzakelijk.
De specificatie van de totale opbrengsten is dan:

(bedragen x €1)

Basistarief rioolheffing

7.220.000

Opbrengsten tarievendifferentiatie

175.000

Opbrengsten nieuwe rioolaansluitingen

199.000

Kwijtscheldingen

624.000

Totaal

8.218.000

In verband met de technische eis dat het tarief deelbaar dient te zijn door 12 wordt voorgesteld het tarief vast te stellen op €174,48. Het tarief bedroeg in 2016 €171,36. Een verhoging derhalve van €3,12 ofwel 1,8 %.

(bedragen x €1)

Recht 2017

Opbrengst in 2017

Rioolheffing

7.395.000

Toelichting

in €

In %

Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente

-7.268

Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen

823

Netto kosten taakveld

-6.445

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

-475

BTW

-476

Totale kosten

-7.395

100%

Opbrengst heffingen

7.395

Dekking

100%


Havengelden

De exploitatie van de haven is niet kostendekkend. Dat komt doordat wij uitgevoerde groot onderhoudswerkzaamheden niet doorberekenen in de havengelden. Ten opzichte van de begroting 2016 stijgen de geraamde havengeld inkomsten met 1,6%.

(bedragen x €1)

Recht 2017

Opbrengst in 2017

Haven en opslaggelden

263.000

Toelichting

in €

In %

Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente

-289

Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen

30

Netto kosten taakveld

-259

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

-127

BTW

Totale kosten

-386

100%

Opbrengst heffingen

7.395

Dekking

68%


Lijkbezorgingsrechten

De lijkbezorgingsrechten hebben het karakter van een bestemmingsheffing. Hierdoor is er een relatie tussen de opbrengst van de rechten enerzijds en de kosten van de door de gemeente te leveren dienst of tegenprestatie anderzijds. De tarieven in de verordening (als geheel) mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. De mate van kostendekking vloeit voort uit de lasten en de totale opbrengsten uit het in rekening gebrachte tarief.

Het algemene beleid is de tarieven zoveel mogelijk kostendekkend te laten zijn. In een aantal gevallen is dat structureel niet mogelijk. Dit geldt ook voor het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen. De kostendekkendheid van de tarieven van de gemeentelijke begraafplaatsen bedraagt thans ongeveer 47%. Op basis van dit onderzoek en hetgeen is afgewogen bij Kwestie van Kiezen-I (BES-10) is besloten om niet tot een verhoging van de tarieven over te gaan. Hierin speelt mede een rol dat een verhoging van de lijkbezorgingsrechten naar verwachting zal leiden tot een verschuiving naar meer crematies, waardoor de kostendekkendheid extra onder druk komt te staan. De huidige kostendekkendheid wordt onder meer beïnvloed door het feit dat de begraafplaats Roeterdsweg, gelet op de in het verleden uitgegeven eeuwigdurende grafrechten, niet kan worden gesloten maar wel moet worden onderhouden. Hier staan dus geen inkomsten meer tegenover.

(bedragen x €1)

Recht 2017

Opbrengst in 2017

Begraafrechten

134.000

Toelichting

in €

In %

Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente

-242

Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen

Netto kosten taakveld

-242

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

-46

BTW

Totale kosten

-288

100%

Opbrengst heffingen

134

Dekking

47%


Nadere toelichting rechten

Kostendekkendheid leges en tarieven uit legesverordening.De opbouw van de legesverordening is als volgt:

Alles uitklappen
Leges titel 1, Algemene dienstverlening

De leges in titel 1 bestaan voor het overgrote deel uit leges voor reisdocumenten, rijbewijzen, burgerlijke stand, afschriften uit de basisregistratie personen (BRP) en naturalisatie.

De leges voor een deel van deze producten en diensten worden door het rijk vastgesteld. Naar verwachting zal het rijk een trendmatige tariefsverhoging per 1 januari 2017 doorvoeren.

Leges

Lasten taakveld/product

Overhead

BCF BTW

Totale lasten

Andere inkomsten

Leges

Totale baten

Kosten
dekkendheid

Burgerlijke stand

138

76

-

214

-

117

117

55%

Reisdocumenten

561

493

-

1.054

-

1.057

1.057

100%

Rijbewijzen

273

239

-

513

-

407

407

84%

Verstrekking uit BRP

71

63

-

134

-

137

137

102%

Milieu

11

10

-

21

-

2

2

7%

Overige publiekszaken

59

52

-

111

-

88

88

80%

Leegstandwet

25

22

-

47

-

11

11

23%

Winkeltijdenwet

1

1

-

2

-

1

1

50%

Kansspelen

14

12

-

26

-

8

8

32%

Telecommunicatie

113

100

-

213

-

178

178

84%

Verkeer en vervoer

57

50

-

107

-

5

5

5%

Totaal

1.323

1.118

-

2.442

-

2.011

2.011

82%


Leges titel 2, Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (Wabo)

De gerealiseerde inkomsten uit bouwleges blijven achter bij de in de begroting geraamde bedragen. Dit vormt een terugkerend thema in het kader van de P en C-cyclus. Hier is met de gemeenteraad op verschillende momenten over gesproken. De mogelijkheden voor het heffen van leges zijn niet onbeperkt. De gemeente mag er per saldo niet aan verdienen. De gemeenteraad heeft uitgesproken dat we richting 100% van de wettelijk toegestane kosten via de leges mogen doorberekenen. Dat percentage wordt door achterblijvende inkomsten niet gehaald. Voor 2016 komen we uit op een geraamde opbrengst van ongeveer 70%. Er is daarmee ruimte voor een verhoging van de tarieven. Uit analyse blijkt dat met name de categorie kleinere aanvragen een groot gat veroorzaakt in de kostendekkendheid: het werk daaraan staat niet in verhouding tot de leges die daarvoor worden geheven. Ons stelsel leunt relatief zwaar op de inkomsten uit grotere bouwprojecten. Als die achterblijven dan heeft dat grote gevolgen voor de gerealiseerde inkomsten terwijl de lasten maar weinig afnemen. Het college komt daarom met een voorstel om de tarieven voor bouwleges aan te passen. In dat voorstel is ook een aanpassing in het stelsel gedaan, omdat de verschillende categorieën worden teruggebracht van 8 tot 5.

Leges

Lasten taakveld/product

Overhead

BCF BTW

Totale lasten

Andere inkomsten

Leges

Totale baten

Kosten
dekkendheid

Bouwvergunningen 2

207

134

-

341

-

196

196

58%

Bouwvergunningen 3

1.145

809

-

1.954

-

2.223

2.223

114%

Slopen

5

5

-

10

-

6

6

62%

Aanleggen

22

20

-

42

-

25

25

59%

Planologisch

178

157

-

335

-

92

92

27%

Monumenten

102

76

-

178

-

3

3

2%

Brandveilig gebruik

19

3

-

22

-

17

17

77%

Kappen

27

23

-

50

-

35

35

70%

Uitweg

3

3

-

6

-

4

4

57%

Totaal

1.709

1.230

-

2.939

-

2.601

2.601

89%


Leges titel 3, Dienstverlening vallend onderde Europese dienstenrichtlijn

In 2016 hebben we een toename gezien van het aantal vergunningaanvragen APV en bijzondere wetten. Dit wordt ook vanuit het beleid op de taakvelden Horeca en Evenementen ondersteund. De stijging van de kosten die de toename van het aantal vergunningaanvragen met zich meebrengt kan niet door een verhoging van de leges worden gedekt. De hoogte van de leges is de afgelopen jaren op een maximaal acceptabel niveau gebracht. De kostendekkendheid van de vergunningverlening is hierdoor toegenomen. Echter, nog lang niet in alle gevallen honderd procent.

Leges

Lasten taakveld/product

Overhead

BCF BTW

Totale lasten

Andere inkomsten

Leges

Totale baten

Kosten
dekkendheid

Horeca

103

85

-

188

-

96

96

51%

Organiseren evenementen of markten

211

185

-

396

-

36

36

9%

Prostitutie bedrijven

10

9

-

19

-

17

17

87%

Huisvestingwet 2014

22

19

-

41

-

29

29

72%

Brandbeveiligings-verordening

2

2

-

4

-

3

3

91%

Totaal

348

300

-

648

-

181

181

28%